Schilderspullen voor op reis
Met de zomer in het verschiet, is er zicht op vakantie met lege tijd. Tijd waarin je lekker kunt luieren, of juist aan het werk kunt gaan met verf en penselen. Als je thuis bent kan je over al je materiaal beschikken, maar als je met je schilderspullen op reis gaat moet je een keuze maken. Ik hoor vaak van cursisten dat ze dat lastig vinden. Daarom geef ik in dit blog een paar tips wat je mee kunt nemen, ook als je maar een klein ‘koffertje’ hebt.
Maak eerst een plan
Welk medium wil je gebruiken? Olieverf, acrylverf of aquarelverf? Of misschien ook oliepastel? Dat is een handig materiaal om snel kleurstudies mee te maken.
Wat verf betreft vind ik acryl en aquarel het meest praktisch voor op reis. Ik neem ook altijd een navulbare tekenpen mee, van het merk Tradio. Fijn om onderweg snelle zwart-wit tekeningetjes mee te maken. ook wordt wachten op stations daardoor veel leuker.
Waar koop je je schilderspullen
Er is een enorm verschil in kwaliteit van schilderspullen. Het loont om niet voor het goedkoopste te kiezen. Als je een klein budget hebt koop dan liever minder, maar dan van goede kwaliteit. Zeker als het om verf en kwasten gaat. Pigmenten zijn duur, dus in goedkope verf zit minder pigment. Waardoor de kleurkracht ook minder is. Duurdere penselen gaan langer mee en hebben beter haar dan de goedkope versies.
De gespecialiseerde winkels voor schilderspullen hebben staalkaarten van de verschillende verfmerken, panelen waarop de kleuren uitgesmeerd staan. Zodat je kunt zien hoe de verf eruit ziet. Als je vragen hebt, aarzel dan niet om raad te vragen aan het winkelpersoneel.
Schilderspullen voor in een kleine ‘koffer’
- Een zacht en hard potlood (HB en 6B), of conté potlood (vetter en zwarter dan grafiet)
- Een plat afbreekmesje,
- Een tekenpen, viltstift of navulbare penseelstift,
- Een vulpenseel, waar je water in kunt doen
- Een klein doosje aquarelverf, met eventueel een kwastje met beschermdop
- Penselen, zie hieronder voor de verschillende soorten
- Een setje aquarel kleurpotloden
- Een doosje oliepastels
- Een paar schetsboekjes, niet te klein.
- Zelf gebruik ik graag een Moleskine tekenschrift van 20 x 30 cm of een maat kleiner, met een zacht kaft en veel dun papier (90 grs).
- Als je er ook met verf op wilt werken, moet je een schetsboek met dikker papier meenemen (minimaal 200 grs)
- een paar verftubes, lees meer hieronder
Met 5-10 kleuren kan je heel veel mengkleuren maken
Welke soort verf je ook gebruikt, met 5 kleuren kan je al ongelooflijk veel variaties krijgen als je ze onderling mengt. Dat geldt voor verf, maar ook voor kleurpotloden of krijtjes. Minder is meer en die prachtige schilderkist met 72 tubes is wel indrukwekkend, maar je raakt er alleen maar van in de war.
Verfmerken gebruiken vaak verschillende namen voor hun kleuren. Vraag in de winkel naar een vervangende kleur als je die uit het rijtje, heronder, niet kunt vinden.
Kijk ter oriëntatie eens op de website van bijvoorbeeld ‘Van Beek’. Daar kan je kleurkaarten zien van de verschillende merken verf, bv Kleurkaart Golden verf. Links in het menu kan je een kleur selecteren om de varianten te zien. Kijk ook bij de andere merken.
Een basisset van 6 kleuren
- Cadmium geel licht (of andere lichte, felle geel)
- Magenta donker (dit is een donker roze)
- Ultramarijn
- Caeruleum, of Pfthalo blauw
- Gebrande omber
- Mengwit en/of Titaanwit (dit een dekkend wit)
Voor in een grote ‘koffer’
Als je genoeg ruimte in je bagage hebt kan je bovenstaande set uitbreiden met een keuze van onderstaande kleuren, maar neem er niet meer dan 12 mee. Kies voor de felste varianten. Die geven meer verschillende mengkleuren.
Gele oker kan je ook zelf maken door gebrande omber te mengen met pietsje rood. Maar oker is goedkoper dan bv cadmium geel. Als je die kleur graag gebruikt neem dan een tube oker mee
Groene tinten kan je natuurlijk zelf mengen door combinaties te maken van verschillende gelen en blauwen. Doormengen met rood en/of gebrande omber geeft al veel variatie.
Zwart gebruik ik zelden, tenzij ik het puur nodig heb. Gebruik zwart niet om kleuren donkerder te maken want het vergrauwd de kleuren alleen. Je kunt zelf een kleur maken die zwart lijkt op je schilderij en levendiger is dan echt zwart, door ultramarijn te mengen met gebrande omber.
Kwasten en penselen
Voor een penseel wordt zacht en soepel haar gebruikt. Kwasten worden meestal gemaakt van varkenshaar. (Zie afbeelding hieronder). Deze zijn daardoor stugger. Dus als je met olieverf, acryl of gouache werkt, blijft de verfstreek zichtbaar. Ook hierbij geldt weer dat goedkoop meestal duurkoop is. Bij goedkope kwasten gaan de haren snel naar buiten staan, of breken af. Je hebt meer aan 4 goede kwasten van verschillende maat dan een goedkope set van 12.
Penselen om mee te aquarelleren zijn zacht. Ze worden gemaakt van eekhoorn haar, marterhaar of een kunststof variant: filament. (Zie afbeelding hierboven). Eigenlijk heb je maar twee penselen nodig voor aquarel: 1 dikke of hele dikke en 1 dunne. De dikke kan, als het een echte aquarelpenseel is, veel water opnemen maar heeft ook een fijn puntje. En de kleine gebruik je voor heel fijne details.
Nog extra schilderspullen
- Houtskool en een kneedgum
- Losse vellen papier, in verschillende diktes (100 gas om te tekenen 200-300 gas om te schilderen
- Een blok ’verlijmd’ aquarelpapier als je gaat aquarelleren
- Maskeervloeistof, voor aquarel, hiermee dekt je delen papier af om ze wit te houden
- Een Plank (6 of 8 mm dik en iets groter dan je papierformaat), waardoor je overal kunt zitten schilderen zonder een ezel nodig te hebben
- Een map voor je papier
- Papierklemmen
- Crepe plakband
- Papierplakband
- en natuurlijk ook nog het modernste gereedschap: een iPad, met een tekenprogramma, bv de gratis App Brushes Redux of de professionele, heel uitgebreide App Procreate, waar je wel iets voor moet betalen.
Als je geen verfspullen hebt kan je altijd nog kleurstoffen maken van de spullen die gewoon in je keuken staan. Lees hier hoe.
Een mooie zomer gewenst en veel schilderplezier.
